Led there be Light

Led there be Light

Led there be Light

Al sinds het prille begin van de fotografie was een lichtbron essentieel om beeld goed vast te kunnen leggen, bij film is dat gegeven niet anders. Bij fotografie betekende dat veelal flitsen, maar bij bewegend beeld lieten de grootste ontwikkelingen helaas wat langer op zich wachten. Bij fotografie was een korte intense lichtexplosie vaak voldoende om het gewenste resultaat te verkrijgen, alleen bij film bleek dat lastiger en waren de lichtbronnen voor continu licht niet alleen groot en zwaar maar (net als bij de gloeilamp) werd de meeste energie omgezet in hitte.

Na de gloeilamp in al zijn uitvoeringen kwam halogeen en vervolgens de fluorescentielamp. De grootste vernieuwing was zo’n tien jaar geleden met de intrede van de LED verlichting. Sindsdien zijn de ontwikkelingen op het gebied van continue verlichting in een sneltreinvaart gegaan.

Bij Led verlichting kregen we panelen met een groot aantal Led lampen die tezamen een krachtige lichtbron vormden. Er was geen sprake meer van warmte ontwikkeling en eindelijk was er ook een meer compacte oplossing. We hoefden ook niet langer meer te wachten na een shoot, omdat de lampen eerst afgekoeld moesten zijn om ze te kunnen vervoeren.

Een stukje theorie en terminilogie

Vroeger hadden we het over watt als we wilden aanduiden hoeveel vermogen een lamp had, alleen heeft het aantal watt meer te maken met het opgenomen vermogen van deze lichtbron dan het uitgaande vermogen. Een voorbeeld: een traditionele gloeilamp van 75watt geeft net zoveel licht als een 12watt Led en de lichtopbrengst van beide is gelijk, namelijk 900 lumen. Wattage alleen zegt niets over de helderheid van het licht en hoeveel het kan verplaatsen over een bepaalde afstand, dat noemen we namelijk Lumen. We praten dus liever over lumen dan over wattage als we willen weten hoeveel opbrengst de lichtbron heeft.

Zo, nu dat 'helder' is gaan we het hebben over Lux. Lux is eigenlijk niets anders dan de werkelijke gemeten waarde over een bepaalde afstand, standaard is deze over 1 meter. Dus met Lumen bedoelen we het vermogen dat de bron kan leveren en Lux vertelt ons iets over welke afstand de lichtsterke afneemt (1000 Lumen over 1m² geeft 1000 Lux en 1000 Lumen over 10m² maakt 100 Lux). Dit gegeven noemen we ook wel de 'Inverse square law', oftewel de wet van de omgekeerde kwadratenwet.

Kleurtemperatuur en CRI

Kleurtemperatuur staat gelijk aan de kleurweergave van het licht, dit drukken we uit in Kelvin. Daglicht heeft een kleurtemperatuur van 55/5600 Kelvin. Oude gloeilampen hadden gemiddeld 3000 Kelvin, , deze gaven een iets meer geel/oranje kleur. Om dat te compenseren maakten we vroeger gebruik van een blauwfilter, we maken dus gebruik van de complementaire (tegenovergestelde) kleur om weer tot een natuurgetrouwe kleurtemperatuur te komen.

CRI (color Rendering Index) is een index waarin opgenomen is hoe natuurgetrouw de kleurweergave is. We komen de CRI waarde steeds vaker tegen en vooral bij led-lampen is dit van belang. Een CRI va 90-100 geeft een uitstekende rijke kleurweergave die overeen komt met daglicht. Soms komen we de term TLCI tegen. Dit is de index die gebruikt wordt in de TV en filmindustrie, maar eigenlijk komt deze grotendeels overeen met CRI. Je kan dan ook een lagere CRI waarde het beste vergelijken met schemerlicht waarin we ook aanzienlijk minder contrast hebben. Dus hoe hoger de CRI waarde, des te beter de kleurechtheid weergegeven kan worden

Hoe werkt het in de praktijk?

De eerste Led panelen hadden nog geen instelbare kleurtemperatuur en moesten door middel van correctie filters aangepast worden aan de omstandigheid. Nieuwere panelen kennen dat probleem niet meer, deze hebben een variabele kleurtemperatuur (3200K-5600K) zodat deze blenden met de kleurtemperatuur van het omgevingslicht. Bovendien zijn ze dimbaar, zodat je het licht ook in sfeer kan aanpassen. En om het gebruiksgemak te vergroten komen we bij sommige panelen een remote functie tegen waarvan enkele zelfs middels een app te bedienen zijn. Met name bij de eerdere panelen was de Led nog weleens zichtbaar waarneembaar in de opname, maar door meerdere led’s dichter tegen elkaar aan te plaatsen komt dat probleem nauwelijks meer voor.

Een ander voordeel van Led is dat het in iedere vorm gegoten kan worden, denk bijvoorbeeld aan strip’s, ringlights’s en tubes, er zijn zelfs oprolbare varianten verkrijgbaar. Eigelijk is er voor iedere creatieve uitdaging wel een oplossing te vinden. Zelfs lichteffecten zijn mogelijk, zoals bijvoorbeeld een stroboscopisch effect.

Rotolight mag wat mij betreft als een pionier gezien worden als het gaat om ontwikkelingen in de Led technologie. Met hun kenmerkende ronde vorm waren ze de eerste die Led technologie met flitslicht wist te combineren. De Neo 2 is een compacte lamp die zowel voor continu als flitslicht te gebruiken is, om deze reden is het voor fotografen die op locatie willen werken een gewilde accessoire. Met een 2.4Ghz Skyport Transmitter kan ik deze als flitser gebruiken, zelfs met HighSpeed sync. Voor meer professionele toepassingen is er de Anova, deze heeft een variabele kleurtemperatuur met een opbrengst van maar liefst 10700 lux en uiteraard ook weer voorzien van HSS. De Anova is te gebruiken op netvoeding of middels een optionele V-Mount accu (V-Mount is de industrie standaard bij film en Broadcast).

Hebben Led panels nadelen? Zeker, ze zijn over het algemeen minder geschikt als je over grotere afstanden wil werken en ze zijn gewoonweg niet krachtig genoeg als je het licht wil modelleren door middel van een softbox of paraplu. Voor die toepassing heb je toch echt meer vermogen nodig. Een ander nadeel, vind ik althans, is dat ze een wat vlakke uitlichting geven. Ze zijn meer dan uitstekend te gebruiken voor productfotografie of video, maar ik mis toch een beetje body (het effect wat bijvoorbeeld een softbox je geeft).

Nieuwe ontwikkelingen bieden nieuwe mogelijkheden en eindelijk is het zover dat er Led’s zijn met de kracht van een studioflitser. En belangrijker nog, ook met de voordelen van een studioflitser waarmee het nu mogelijk deze voor zowel foto als video te kunnen gebruiken. Voor multimedia bedrijven is dat de oplossing omdat ze niet meer in twee gescheiden systemen hoeven te investeren. Bij deze Led’s, waarvan enkele zelfs met een CRI van 98, geoptimaliseerd voor daglicht is het mogelijk een grote rol variëteit aan lightshapers te gebruiken. Warmte ontwikkeling kennen ze nauwelijks meer, omdat ze voorzien zijn van een fluisterstille intelligente koeling.

Nanlite is een producent van hoogwaardige lichtbronnen en met de Forza series spelen ze handig in op de behoefte van de foto/videograaf die voor beide disciplines naar een passende oplossing zoekt. De Forza 60 is een ultra-compacte unit, ideaal voor locatie of kleinere producties en kan als optie met accu’s gevoed worden ( Np-f of V-Mount middels een D-tap kabel ). Met de standaard reflector levert deze bijna 12000 lux met een CRI van 98 en met de optionele Fresnel kunnen we de lichtopbrengst bijna verdubbelen. Een Fresnel is feitelijk een lens die voor de lichtbron geplaatst wordt waarbij het licht wordt gebundeld om een grotere afstand te kunnen overbruggen (de vuurtoren maakt gebruik van ditzelfde principe).

Zijn grote broer de Forza 500 is de oplossing voor studio’s waarin grotere producties gedraaid moeten worden en er tegelijk de wens is deze te fotograferen. Met zijn zeer indrukwekkende vermogen van bijna 87000 lux maakt dit het gebruik van flitsers in bijna alle gevallen overbodig. Ook op locatie kunnen we deze inzetten omdat ze zowel op accu als lichtnet gebruikt kunnen worden. Veelal is er de mogelijkheid om softboxen en andere lightshapers van bestaande apparatuur mee te nemen zodat we daar niet opnieuw in te hoeven investeren.

Gelukkig zien we ook bij de traditionele merken, zoals bijvoorbeeld Profoto, een ontwikkeling als het gaat om het bedienen van de meer hybride fotograaf. In de B10 en de B10 plus zien we dan ook voor het eerst de mogelijkheid voor continulicht. 2500 lux op de B10 plus en met een variabel instelbare kleurtemperatuur. Flitslicht blijft voor met name de fotografie favoriet, maar voor de fotografen met ook andere ambities is er nu wel een mogelijkheid om nu ook eens met video aan de gang te gaan.

Naast het grote geweld zijn er ook nog zeer compacte modellen, welke ik gemakshalve Fill-Lights noem. Dit zijn compacte videolampen voor gebruik op de camera om juist even een hinderlijke schaduw te compenseren of het beeld net even meer punch te geven. In de fotografie kennen we dit fenomeen als een invulflits, bij video heeft dit hetzelfde effect. Deze zijn uiteraard ook kleurtemperatuur instelbaar, zodat we deze kunnen aanpassen aan het omgevingslicht zonder dat het beeld een zichtbare kleurafwijking gaat vertonen.

De Sunwayfoto FL-54 is hier een mooi voorbeeld van. Dit compacte led-paneel is draaibaar, oplaadbaar en naast de bevestiging op een cold-shoe beschikt deze versie over een magneet zodat je hem gemakkelijk even ergens tegenaan kan plakken. En met zijn 2210 lux is deze ideaal als invullicht te gebruiken. Ook is deze vorm van verlichting heel praktisch te gebruiken bij Macro-fotografie waarbij we meer controle krijgen over het contrast en om bijvoorbeeld het effect van tegenlicht te simuleren.

De producten van Lume Cube gaan hier niet alleen een stap verder in, maar sluiten naadloos aan voor iedereen die de behoefte heeft gewoon op een creatieve manier met verlichting om te willen gaan. Denk bijvoorbeeld eens aan light painting. Het hart van dit systeem wordt gevormd door de Cube, een klein blokje dat voor video maar ook voor foto gebruikt kan worden. 750 lux, ook weer geoptimaliseerd voor daglicht, op te laden via USB en er is inmiddels een groot scala aan filters, diffusers en color gels te verkrijgen voor meer creatieve toepassing. En het mooiste is, ze zijn waterdicht! Leg hem in een plas, dans ermee in de regen, maar wees vooral creatief.

Omdat de Lume Cubes in eerste instantie ontwikkeld zijn voor gebruik met een smartphone, werken ze via bluetooth ( iOS en Android ). Het slimme van de Cube is dat je ze middels een app kan aansturen. Je kunt zelfs tot maximaal vijf Cube’s onafhankelijk van elkaar aansturen, zowel in helderheid als flitsduur. Als dat geen creatieve manier is om met licht te kunnen spelen dan weet ik het niet meer.

Waar vroeger het inzetten van verlichting noodzakelijk was om tot een juiste belichting te komen, zijn de sensoren van de huidige camera’s veel gevoeliger en kunnen dan ook vaker volstaan met een minder krachtige lichtbron dan tot dusver gebruikelijk was. Willen we echter een grotere afstand overbruggen met licht dat gevormd kan worden door middel van lightshapers en een zachte schaduw kan geven, dan hebben we nu eenmaal vermogen nodig!





Geplaatst in: