Filmen met een systeemcamera

Filmen met systeemcamera's

Filmen met systeemcamera's

Mijn eerste voorzichtige schreden op het video vlak maakte ik amper een jaar geleden. Ik zat op de achterbank van een auto, het was zes uur ’s ochtends en we waren op weg naar het vliegveld toen ik ineens bedacht "Hé, mijn camera kan ook filmen. Dus zou ik niet...?". En natuurlijk waren de eerste shots niet geweldig, laat staan mijn kennis over video, maar ik vond het eigenlijk best leuk om te doen. Veel meer dan dat was het eigenlijk niet en ik heb het sindsdien een beetje laten rusten.

Nu een jaar later

Kortgeleden kwam iets op mijn pad waardoor ik het gevoel had dat het filmen misschien interessant kon gaan worden. Ik besloot voor mezelf de uitdaging aan te gaan en te ervaren wat het me zou gaan brengen, maar deze keer wel 'all the way'. Ik liep meteen tegen een aantal vragen aan, zoals in wat voor stijl van filmen voel ik me prettig, wat kan mijn camera en wat niet, hoe kan ik de kwaliteit van mijn beeld verbeteren, hoe zit het met geluid en hoe werkt het in de praktijk, wat kan software voor me doen en hoe werkt editing? Kortom, waar loop ik tegenaan en bovenal hoe los ik het op?

Dit blog is puur vanuit mijn persoonlijke ervaringen geschreven en ik ben mij ervan bewust dat een ieder andere ervaringen gaat beleven, maar het is mijn reis dus ook hoe ik er tegenaan kijk. De ervaringen die ik deel zijn in grote lijnen gebaseerd op de camera waar ik zelf mee werk en dat is in mijn geval de Fujifilm X-H1. De X-H1 is geen videocamera, maar een systeemcamera waarbij voor het eerst een duidelijke parallel getrokken werd in de behoefte van een fotograaf met film ambities. Inmiddels heeft dit model een aantal opvolgers zoals de X-T3 en de X-T4 en in met name het laatstgenoemde model heeft mijn interesse inmiddels behoorlijk gewekt.

Get to know your gear! Weet waar je mee werkt, wat het doet, wat het kan en vooral ook wat het niet kan!

De komende maanden heb ik uitgetrokken om te ontdekken of ik, als fotograaf, mij ook prettig ga voelen in een wereld die buiten mijn comfort zone ligt en waarin ik vooral ook “nieuw” ben. Wat ook meespeelt is dat we bij Cameraland steeds meer vragen krijgen over video, wat ook als media steeds belangrijker geworden is. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven met een website waar bewegend beeld een steeds prominentere rol is gaan spelen. Een korte clip zegt ook meer dan een aantal statische beelden. Visuele verhalen vertellers, documentairemakers, vloggers en niet te vergeten de nieuwe Youtube helden van morgen gebruiken allemaal video. Maar misschien nog wel belangrijker, de traditionele fotograaf die ineens geconfronteerd wordt met de vraag of hij naast de fotografie ook even een videootje wil maken. Mijn oprecht gemeende vraag aan al die fotografen is "hoe lang ga je het volhouden dat je alleen fotografie doet?".

Multimedia, het woord alleen zegt het al. Bewegend beeld is in deze tijd niet meer weg te denken!

"Maak veel shots en vooral niet te lang", dit had ik onthouden van een goede vriend die een veel ruimere ervaring heeft in video. Schiet je te weinig, dan is er bijna geen variatie meer mogelijk in de montage en dat is wel waar je film uiteindelijk tot leven moet gaan komen. De eerste montage die ik maakte was (toegeven) ongelofelijk saai, maar ik was er op mijn manier blij mee omdat het wel een verhaal leek te hebben. Het verhaal schoot alleen niet op... Mede gevoed door het trage tempo van de muziek waarvoor ik gekozen had, werd het erg langdradig en zeker geen uitdagend iets om naar te kijken. De tweede edit werd ineens een stuk interessanter. Ik had bewust gekozen voor een meer uptempo nummer en ben daar ook op gaan editen. Door kortere scènes, meer afwisseling en te snijden op de beat, kreeg het geheel meer snelheid en werd het spannender om naar te kijken. Uiteindelijk heb ik heel veel scènes weg moeten gooien, omdat ze op zich mooi waren maar absoluut niet bruikbaar waren om het verhaal in een clip van een minuut te willen vertellen.

Door er in mijn ervaring als muzikant naar te gaan kijken, begon ik te begrijpen dat je net als bij een muziekstuk een intro hebt. Een intro dat langzaam wordt ingezet en je meeneemt naar het couplet waarna je los mag gaan in het refrein. Het refrein, de kunst van de herhaling en ook de 'hook'. Zoals de naam al doet vermoeden, staat de 'hook' haaks op wat in de verwachting ligt, wat het onmiddellijk meer spanning geeft. Eigenlijk is wat de hook is voor de muziek soms gelijk aan het plot van de film. Een soort van game-changer die je even uit de comfortzone trekt en je weer met beide voeten op de grond zet.

Muziek en Film hebben een grote overeenkomst: Ritme!

Als je nieuw bent in video, zoals ik, ben je sterk geneigd het te doen volgens de traditionele regeltjes. Dus ja, ook ik maak dezelfde fouten die iedereen eigenlijk ook wel moet maken. In video draait het vooral om routine. Staat de witbalans goed ingesteld, staat mijn sluitertijd wel goed en hoe zit het met mijn audio? En bedenk je dat fouten maken het beste proces is om van te leren!

Langzaam gaat het instellen van je camera een soort van tweede natuur worden, nadat je al de ervaring hebt ondervonden door er helaas er op een onverwacht moment een keer overheen gekeken te hebben. Check, Check en Dubbel Check...and again and again. Laat het een routine worden en leer van gemaakte fouten. Probeer zo snel mogelijk de automatische functies achter je te laten, alleen op die manier kom je er achter waar jouw camera toe in staat is en vooral wat de beperkingen zijn. Kan je leven met die beperkingen? Oké! Zo niet, kijk dan of je het anders op kan lossen.

Waarbij er in de fotografie een variabele belichtingsdriehoek is, werkt dit bij film net even iets anders. Bij film hebben we een vaste waarde en een gouden regel, het aantal fps ( frames per seconde ) wordt verdubbeld en dat is je sluitertijd. Die waarde staat vast. In het algemeen wordt 25 fps als standaard gezien vanwege de natuurlijke look en filmisch karakter. Mijn sluitertijd wordt hierdoor 1/50 seconde. (Ik heb ooit per ongeluk mijn camera ingesteld op 1/200 bij 25 fps en dat geeft een vreemd gevoel van slow motion.) Je kan er ook voor kiezen om op High-speed te filmen voor een videoclip met super snelle beeldwisselingen, maar de meeste gehanteerde regel is: Frame Rate x2 is de sluitertijd om mee te werken.

Blijft over het diafragma en de ISO waarde en dat geeft gelijk een probleem als we met lichtsterkte objectieven willen werken. Vaak hebben we dan te veel licht, waardoor de hele zaak behoorlijk overbelicht raakt. Lager in mijn ISO is niet meer mogelijk en mijn diafragma knijpen wil ik niet, want ik wil het gevoel van scherptediepte behouden (waarom heb ik anders voor een lichtsterk objectief gekozen?). We kunnen dit ondervangen door voor het objectief een zogenaamd ND filter te plaatsen, waardoor ik mijn overbelichting onder controle kan houden. Ik kan immers geen hogere sluitertijd kiezen om dit probleem op te lossen, omdat deze waarde vast ligt. Een ND filter is de oplossing om juist dat fijne gevoel wat scherptediepte heet te willen behouden.

Als we een ND filter willen aanschaffen, is er een belangrijk punt van aandacht: let er op dat ze geen kleurverschuiving gaan geven of het beeld onscherper maken. Met name de goedkopere filters hebben hier last van dus als je vindt dat je er een nodig hebt, bezuinig niet. ND filters zijn verkrijgbaar in verschillende waardes en toe te passen in de mate van hoeveel overbelichting we hebben. Een zeer populair filter onder filmers is het Vari-ND filter wat, zoals de naam al suggereert, een variabele grijswaarde heeft en hierdoor breder inzetbaar is. Heeft een Vari-ND nadelen? Zeker, omdat dit filter eigenlijk uit twee polarisatiefilters bestaat heeft het dus ook een polariserende werking. Dit is met name erg vervelend als we een 'pan' willen maken, er is dan kans op kleurverschuiving. Ook is de kans aanwezig dat als we het filter op zijn sterkst gebruiken er dan een 'kruis' ontstaat.

Omdat goede filters nu eenmaal niet goedkoop zijn, schaf het filter aan voor de grootste diameter van je objectieven en gebruik een verloopring om deze te gebruiken bij objectieven met een kleinere diameter! En minstens zo belangrijk, haal de witbalans van de automaat af. Niets is vervelender dan er achter komen dat de beelden zo erg van kleur verschillen, dat het bijna ondoenbaar is dit in een montage goed te krijgen. Je kunt de witbalans natuurlijk ook bewust gebruiken als een soort filter om een bepaalde sfeer te creëren.

Waar bij veel fotografen apparatuur al een fetisj is, is het bij filmers minimaal in het kwadraat en de vele reviews zullen je helaas niet overtuigen in wat voor jouw de juiste keuze is. Op een gegeven moment moet je gewoon een besluit nemen in wat je aanspreekt en voor jouw gevoel goed genoeg is. Ga je voor het gemak van een traditionele videocamera, een professionelere uitvoering hiervan, of kies je bewust voor een systeemcamera zoals ik heb gedaan vanwege de mogelijkheid om bijvoorbeeld objectieven te kunnen wisselen? Kies je voor een grotere sensor vanwege het groter dynamisch bereik en om met lichtsterke objectieven de ultieme scherptediepte vast te kunnen leggen? Heeft de camera wel een microfooningang of een koptelefoonaansluiting en hoe zit het eigenlijk met de maximale opnameduur, kan de camera in Log filmen en heeft de camera eigenlijk wel een goede beeldstabilisatie, kan ik handmatig scherpstellen en is de camera wel een beetje degelijk? Allemaal zaken die we van te voren graag willen weten om voor jezelf tot de juiste beslissing te kunnen komen!

Uiteindelijk heb je na lang beraad en eindeloos wikken en wegen de camera gekozen die het voor jou moet doen en dan is er gelijk het volgende probleem. Wat betekent MP4, MOV, ProRes, 4K etc.? Zie het als de compressie van je fotocamera, hoe groter het bestand hoe meer informatie ik overhoud, dus hoe verfijnder mijn detaillering in de nabewerking er uit gaat zien zonder dat ineens mijn schaduwen alleen uit ruis blijken te bestaan. 4K is wel een dingetje hoor. Uiteindelijk is de eindmontage gebruikelijk in full-HD dus waarom opnemen in 4K? Omdat het je meer vrijheid geeft in de edit mogelijkheden. Het geeft je de vrijheid om uit een take een wide en een mid shot te genereren zonder zichtbaar kwaliteitsverlies in de eindmontage. Wel iets om over na te denken dus...

Ga uitvinden wat jouw stijl van filmen is

Analyseer beelden van bijvoorbeeld een speelfilm, een commercial op tv of whatever, maar kijk binnen hoeveel seconden het beeld verandert en welke bewegingen worden gemaakt. Welke beelden geven kracht, emotie of wellicht verwondering? Eigenlijk ben je als filmmaker een soort van beeldregisseur, iets wat we bij film een Director of Photography (DoP) noemen. Ik heb ooit het geluk gehad een van Nederlands meest toonaangevende DoP's te ontmoeten die mij een voorzichtige inkijk gaf in wat cinema is. Een continu proces in het zoeken is wat beeld 'Beeld' maakt. Ooit zag ik een film op tv en kon onmiddellijk zijn signatuur herkennen, ontwikkel dus je eigen beeldstijl en houd dat vast. Iedereen heeft andere ideeën over beeld, dus kan die van jouw maar beter van jezelf zijn.

Begin met korte scènes, oefen met camerabeweging en ga op zoek naar standpunten die het geheel net even wat spannender maken. Probeer verschillende technieken uit en bepaal daarna of het aansluit op jouw manier van filmen. Het is raadzaam te werken met drie variaties in beeld: Wide, mid en close. Experimenteer hiermee in je nabewerking. Oefen met het 'pannen' van de camera, in de regel van links naar rechts, dat voelt natuurlijker en oefen met de snelheid hiervan. Je zal merken dat het pannen met een groothoek beter gaat dan met een tele-objectief. Als je camera voorzien is van een goede beeldstabilisatie ( liefst Ibis ) dan lukt dit zelfs met 1/50 nog aardig uit de hand. Zo niet, dan ben je veroordeeld tot het gebruik van een statief wat helaas wel weer wat beperkingen met zich meebrengt. En je loopt het gevaar dat het allemaal wat statischer over gaat komen.

Statieven. Ofwel, hoe voorkom je trillingen in beeld?

De tripod
Een traditionele fotostatief is eigenlijk onbruikbaar voor video, omdat we hiermee geen vloeiende pan of tilt beweging kunnen maken (pannen heeft betrekking op de horizontale beweging en tilten op de verticale). Essentieel bij een videostatief is een nivelleer mogelijkheid, we kunnen dit op simpele wijze waterpas stellen zodat het beeld niet scheef gaat lopen als we pannen. Bezuinig niet op een goed statief, het liefst een carbon variant met een goede vloeistof kop die bij beweging alle kleine schokken absorbeert. Een groot voordeel van een statief van carbon, naast het voordeel in gewicht, is dat het trillingen elimineert terwijl aluminium deze alleen maar versterkt. Wel iets om bij aanschaf over na te denken.

Handheld filmen, ook wel Run and Gun genoemd, heeft op dit moment toch wel mijn voorkeur omdat het meer vrijheid in beweging geeft en je sneller van positie kan wisselen. Voorwaarde is wel dat de camera goed gestabiliseerd moet zijn. Heeft jouw camera een goede beeldstabilisatie, dan kan je de aanschaf van een Gimbal nog heel even uitstellen (hoewel sommige shots zonder het gebruik van een Gimbal echt onmogelijk zijn).

De monopod
Eigenlijk is de monopod onmisbaar, het is een eenbeen statief dat voor video is aangepast met een aantal handige features. We kunnen er uitstekende pan, slide, crane of zoom bewegingen mee maken en na enige oefening is deze zelfs als steady-cam te gebruiken. Een tripod heeft als nadeel dat het minder flexibel is, met een monopod heb ik dat probleem niet. Ik kan ongehinderd rondlopen en hem neerzetten waar ik maar wil en, doordat deze eenvoudig in hoogte verstelbaar is, krijg ik gelijk meer diversiteit in beeld.

Ik had het al even over een 'slide' beweging. Je kan dit met enige ervaring redelijk uit de hand doen, maar echt strak wordt het niet. Beter is om voor dit soort bewegingen een slider te gebruiken. Een slider is niets anders dan een rails waarover een camera een lineaire beweging kan maken in iedere richting die je wilt, al is dit wel afhankelijk van wat voor statief je gebruikt. Let er bij aanschaf wel op of deze vloeiend loopt, geruisloos is en niet doorbuigt door het gewicht van je camera. Sommige van deze sliders zijn elektrisch te bedienen en daardoor ook te gebruiken voor Timelaps opnames.

Autofocus aan of juist liever niet?

Oefen met manuele scherpstelling, het geeft een meer filmisch beeld en je kan bewust werken met onscherpte. Bovendien kan het er heel onnatuurlijk uit gaan zien als de autofocus nogal nerveus reageert op beweging van de camera. Onscherpte geeft ook ruimte de verbeelding te laten spreken, wat de spanning alleen maar ten goede komt. Verraad niet alles, maar laat juist vooral de verbeelding spreken.

De Glasbak

Zoom objectieven
De keuze van objectief hangt er natuurlijk vanaf van wat we willen filmen. Als we een zoom objectief gebruiken, willen we liever niet dat deze een variabele lichtsterke heeft omdat ik dan weer mijn ISO aan moet passen om tot een goede belichting te komen. Zelfs al hebben we een zoom objectief met een vaste diafragma waarde, dan kan ik door de uittrek van het objectief alsnog licht verliezen. Belangrijk punt van aandacht is dat als we manueel scherp gesteld hebben en daarna gaan inzoomen, dat het beeld meestal niet meer in focus is. Om al die ongemakken op te heffen bestaan er ook zogenaamde Cine-objectieven.

Cine objectieven
Cine objectieven hebben een constante diafragma waarde zodat we niet de ISO hoeven aan te passen als we in gaan zoomen, we blijven hierdoor in focus. Een ander voordeel is dat deze een traploos verloop hebben in de de F stops, al spreken we bij Cine-objectieven niet over een F stop maar over een T stop ( dit is de werkelijk gemeten waarde ). Ook hebben deze objectieven geen last van 'focus breathing', een fenomeen waar bij het scherpstellen een kleine verschuiving optreedt zodat het frame net even iets anders wordt. Het is alleen een beetje jammer dat Cine-objectieven een factor duurder zijn dan reguliere lenzen.

Prime objectieven
Een Prime, ofwel een objectief met een vast brandpunt, geeft zonder discussie de hoogste beeldkwaliteit. Deze lenzen zijn ook beter in staat de transitie tussen scherp en onscherp weer te geven dan zoom objectieven. Om deze redenen hebben vaste brandpunten mijn absolute voorkeur, zeker als je gevoelig bent voor een ultra korte scherptediepte en een super softe achtergrond.

Editing, the hardest part

Je hebt gefilmd en je komt daarna thuis met pak 'm beet een half uur aan materiaal (footage) die je dan gaat inladen in je bewerkingssoftware. Als je het goed gedaan hebt, was je slim genoeg geweest de beelden te schieten die je moest schieten, ook wel de zogenaamde 'A-Roll' genoemd. Dus begin daarmee en probeer er een lopend ritme in te krijgen. Ga op zoek naar spannende beelden of leuke shots die je verhaal versterken en experimenteer hiermee. 'B-Roll' is de verzamelnaam van korte shots die je schiet om het beeld te versterken, dit kunnen korte close-up shots zijn of soms zijn zelfs stills hiervoor te gebruiken.

Soms kan het helpen om de scènes die je wilt schieten in ideeën uit te schetsen en hierbij te bedenken welk camerastandpunt of brandpunt je hiervoor wilt gebruiken. In cinema noemen we dit een Storyboard, wat je helpt de scènes die je bedacht had ook echt zo uit te gaan voeren en vast te houden aan het script. En belangrijker, een storyboard helpt te voorkomen dat je een bepaalde scène mist, waardoor je in de edit niet het verhaal kan vertellen wat je oorspronkelijk voor ogen had. Niets is vervelender dan je opdrachtgever uit te moeten leggen dat je weliswaar mooie en coole shots hebt, maar helaas geen verhaal. B-Roll shots kan je nooit te weinig maken, het maakt de montage spannender en helpt je het verhaal wat levendiger en completer te maken. Maar vooral helpt het jouw video leuker te maken om naar te kijken.

Hou vast aan je plan

Vervolgens bekijk je de beelden wat nauwkeuriger en ga je op zoek naar wat je stoort in het beeld, wees hierbij kritisch. Soms wringt het beeld en kan je beter besluiten die scène niet te gebruiken in je montage. Kloppen de overgangen nog? Soms moet je op milli-seconden timen om het lopend te krijgen. 'Kill your Darlings', ofwel sommige beelden zullen de snijtafel niet overleven. Wees uiterst voorzichtig in het gebruik van special effects of fade in/out overgangen, het geheel gaat er vaak een beetje knullig uitzien en leidt vaak alleen maar af in hetgeen je in beeld vertellen wilt.

Editten is meer dan een aaneenschakeling van beelden, de scènes moeten afwisseling, ritme maar vooral connectie hebben. Vier shots van een halve seconde hebben veelal meer kracht en dynamiek dan een shot van pakweg twee seconde. Als je denkt dat het wel een soort van verhaal geworden is, ga dan pas nadenken over de muziek. Gevoel is daarin cruciaal! Wat roept het beeld in je op en welke muziek sluit daar naadloos op aan? Snelheid, ritme en timing zijn bepalend, het maakt of breekt alles wat je wilt vertellen. Denk je klaar te zijn? Sluit je edit dan niet gelijk af, maar kijk er naar een paar dagen nog eens goed na en besluit dan of deze nog steeds overeind staat. Loop al je beelden nog even na, het is zeer wel mogelijk dat je in eerste instantie materiaal over het hoofd gezien hebt of nog wat scènes wilt aanpassen. Alles wat 'jeukt' is beter niet te gebruiken.

De keuze welke software je wilt gaan gebruiken is geheel persoonlijk. Als je een Mac hebt dan komt deze standaard met iMovie waarmee de basics uitstekend te doen zijn. En dan heb ik het echt over de basics. Wil je meer, zoals ik. Dan is het beter uit te gaan kijken naar iets anders zoals Final Cut Pro, Adobe Premiere Pro of DaVinci Resolve. Heb je niet direct de behoefte aan een duur programma of wil je niet vastzitten aan een abonnement, maar zoek je naar een programma wat wel de moeite waard om de uitdaging aan te gaan? Kijk dan vooral eens naar DaVinci Resolve van Blackmagic! Dit is een zeer uitgebreid professioneel programma en het is kosteloos te gebruiken. Zelfs voor de meer ervaren filmmaker biedt dit programma je bijna onbeperkte en zelfs zeer professionele mogelijkheden. Houd er wel rekening mee dat het nogal wat tijd nodig heeft om het programma waar je mee werkt te doorgronden en er routine in de krijgen. Ik merk zelf dat het een herhaling van zetten is om er handigheid in te krijgen, maar dankzij de vele tutorials die er te vinden zijn lukt het me aardig.

Tip: Het is aan te raden je bestanden gelijk weg te schrijven naar een externe opslag en daar vanaf te gaan werken. Niets is vervelender dan te merken dat jouw computer te weinig ruimte meer overheeft om de beelden te laden, laat staan te bewerken. En vergeet vooral niet de edit met regelmaat op te slaan.


Geluid

Je kan natuurlijk gebruik maken van het geluid dat je camera opgenomen heeft, maar over het algemeen is deze niet echt van een bruikbare kwaliteit. Een bijkomend probleem is dat deze ook vaak last heeft van contactgeluid. Dit betekent dat ieder contact wat je maakt met de camera hoorbaar is in de edit, wat niet wenselijk is. Het is daarom beter om gebruik te maken van een losse microfoon. Deze is in staat het geluid wat meer te isoleren, waardoor omgevingsgeluid minder storend aanwezig is. Tevens zijn deze vaak voorzien van een shockmount, waardoor het contact geluid geëlimineerd wordt.

Net als je het vanzelfsprekend vindt dat je voor beeld een bepaald objectief wilt gebruiken, geldt dit voor microfoons eigenlijk niet anders...

Een shotgun microfoon kun je een beetje vergelijken met een tele-objectief. Deze is dus geschikt voor de wat grotere afstanden, zonder storende omgevingsgeluiden op te vangen. Hoe langer deze is hoe groter de afstand waar deze voor ontworpen is. De lengte van de microfoon filtert onder normale omstandigheden de bijgeluiden weg die we liever niet willen hebben. Indoor werkt dat prima, buiten is het lastiger. Wind is de grootste vijand. Het geluid kan hierdoor behoorlijk worden verstoord, maar gelukkige kunnen we dit onder controle houden door het gebruik van een wind-shield of in vakjargon 'een dead cat' (schattig of niet, voor kleinere microfoons heet het een dead kitten).

Een stereo microfoon, ontworpen om ambient geluid (omgevingsgeluid) en bijvoorbeeld muziek in een stereo spectrum te kunnen opnemen. Werkt uitstekend op korte afstanden, maar minder geschikt als je de wens hebt het geluid te isoleren.

De lavalier, een clip-on microfoon die is ideaal voor interviews of presentaties. Het geeft je vrijheid, zeker als de geïnterviewde beweeglijk is. In de meeste gevallen wordt deze in combinatie met een zender gebruikt voor nog meer bewegingsvrijheid.

Helaas heeft de gemiddelde camera maar één audio input, met als gevolg dat bij gebruik van een shotgun microfoon ik maar op één spoor geluid heb. Vaak is dit in de software wel op te lossen, maar er zijn als het om audio gaat betere oplossingen in de vorm van een externe recorder. In veel gevallen is het raadzaam de audio apart op te nemen op een externe - of field recorder, zoals bijvoorbeeld de populaire Zoom H4N Pro. Deze is van een beduidend hogere kwaliteit dan wat jouw camera kan opnemen, wat te maken heeft met compressie. We hadden het hier al eerder over met betrekking tot beeld, maar bij geluid is het eigenlijk niet anders. Door het geluid te comprimeren is er weinig speling als het signaal ineens versterkt wordt en het gaat dan met we met een mooi woord “clippen” noemen. Clippen is niets anders dan een overstuurd signaal. Ik kan dit in de nabewerking wel reduceren, maar het effect hiervan zal helaas niet verdwijnen en het maakt het eigenlijk zo goed als onbruikbaar.

Een enorm groot voordeel van je audio apart op te nemen, los van het verschil in kwaliteit, is dat je bij bijvoorbeeld een interview of documentaire het opgenomen geluid door kan laten lopen onder andere beelden of het te gebruiken als voice-over. Meestal zijn externe recorders ook voorzien van een lijn uit, waardoor ik deze niet achteraf hoef te synchroniseren met het beeld. Wat je verder met je audio wilt doen hangt af van de software waarmee je werkt. Soms wil je de audio door laten lopen onder andere beelden, of een muziek track toevoegen, of gebruik maken van nog een extra geluidsspoor (sound effects) om hiermee de sfeer van het beeld te versterken of denk aan ambient geluid.

Een ander groot voordeel van een externe recorder is dat ik meerdere microfoons aan kan sluiten. Een shotgun en bijvoorbeeld een lavalier, of ik kan bij een muziek evenement gebruik maken van het signaal uit de mengtafel.

Denk ook eens aan het gebruik van een zender/ontvanger, zoals de Rode Wireless Go. Deze is zeer betaalbaar en het geeft zoveel meer vrijheid doordat je niet langer vast hoeft te zitten aan storingsgevoelige kabels die alleen maar belemmerend werken. Ook Sennheiser heeft in de XSW series zeer interessante oplossingen waar je ook niet gelijk de hoofdprijs voor neer hoeft te leggen. Wist je dat je telefoon ook geschikt is om geluid op te nemen en dat er hiervoor handige app’s en microfoons voor te verkrijgen zijn? Voor welke oplossing je ook kiest, besef je dat goed geluid essentieel is. “bad audio kill’s your picture”

Monitor

In de regel gebruiken we bij het filmen het LCD scherm achterop de camera, vaak is deze kantelbaar en in enkele gevallen zelfs draaibaar (handig voor selfies). Als je jezelf wilt filmen voor vlogs is dat een must. Sommige schermen zijn touch gevoelig, wat erg handig kan zijn voor het verplaatsen van het scherptepunt. Alleen is het LCD scherm niet van de hoogste kwaliteit om het beeld goed op te kunnen beoordelen en is zelfs bij een beetje zonlicht lastig te gebruiken. Je kan ook na gaan denken of je gebruik wilt maken van een externe monitor, of fied monitors. Deze zijn beduidend hoger van beeldkwaliteit en in staat om details zelfs bij zonlicht beter weer te geven. Ze zijn groter, waardoor het ineens allemaal veel overzichtelijker wordt. Field monitors zijn relatief goedkoop in aanschaf..

Er zijn ook monitoren met een ingebouwde recorder en die vind ik eigenlijk een stuk interessanter. Ze zijn wel wat duurder, maar naar mijn mening iedere cent meer dan waard. Ik kan gerust stellen dat dit het centrale hart en het 'zenuwcentrum' geworden is voor mijn beeld. Een enorm groot voordeel van zo’n recorder is dat, naast het grote scherm, allerlei extra controle mogelijkheden aanwezig zijn. Denk bijvoorbeeld aan focus-peaking, zebra, waveform en het neemt een aantal bedieningsfuncties van je camera over zodat deze ineens een stuk prettiger te bedienen is. Veelal is er een bijkomend voordeel in de vorm van een audio interface, zodat je hier niet apart in hoeft te investeren.

Als je camera voorzien is van een clean HDMI out, kan deze beelden compressieloos (ProRes) extern wegschrijven op een SSD drive. Deze zijn sneller dan ingebouwde geheugenkaartjes wat ook weer tot voordeel heeft dat het inladen van de beelden ook ineens veel sneller gaat. Bij intern wegschrijven worden de bestanden immers gecomprimeerd, waarna ze in de computer weer uitgepakt moet worden en dat heeft veel rekenkracht nodig. ProRes kent dit probleem gelukkig niet. Ook kan ik mijn net geschoten materiaal terugzien en bepalen of ik het shot wel of niet in mijn edit gebruiken wil. Bovendien kan ik in plaats van 8bit nu op 10bit wegschrijven wat net even meer kleurinformatie bevat. Dat het je hier even duizelt kan ik begrijpen, maar waar het op neer komt is dat omwille van het gebruiksgemak de camera de beelden comprimeert om ze sneller te kunnen wegschrijven, wat helaas wel ten koste van de beeldkwaliteit.

Veel moderne camera’s zijn voorzien van beeldstijlen, ofwel profielen. Deze profielen zijn vaak aanpasbaar naar smaak, ik kies hierbij zelf liever voor een wat vlakker profiel wat er voor video veel natuurlijker uitziet. Sommige camera’s hebben de mogelijkheid om in 'Log' te kunnen filmen, een beetje vergelijkbaar met RAW. Wat RAW is voor foto is Log voor video, dus nabewerken is noodzakelijk. Log ziet eruit als een heel vlak compressieloos beeld met nauwelijks schaduw en hooglicht, wat komt doordat deze nu dichter tegen elkaar aanliggen. Dit maakt het beeld niet alleen 'smoother', maar het is ook het gemakkelijker te colorgraden, ofwel achteraf te kleuren. Dit kan bij Log veel genuanceerder dan bij de standaard gecomprimeerde beelden. Veelal kan je in de nabewerking gebruik maken van zogenaamde Lut’s. Dit zijn veel toegepaste kleurprofielen, vaak geënt op film voor een meer cinema look, zodat je dat niet allemaal zelf hoeft te doen.

You're set up and good to go!

Oké, je hebt je camera, je audio en je recorder en alles waarvan je vindt dat het voor jou belangrijk is en dan...

Als we de camera met alle eerder genoemde extra opties willen 'aankleden' is het aan te raden gebruik te maken van een camera Cage. Een cage is een kooi om je camera met diverse mogelijkheden om accessoires te bevestigen en alles goed vast te zetten zonder dat het in de weg gaat zitten. De camera zelf heeft meestal wel een hot shoe, maar deze is niet betrouwbaar genoeg om het gewicht van de accessoires te kunnen dragen. Zo'n cage kunnen we voorzien van een top-handle, waardoor we de camera beter in balans kunnen brengen en handheld filmen ineens een stuk gemakkelijker wordt. Ook kunnen we deze eenvoudig aanpassen naar ieders persoonlijke wensen, denk aan het monteren van een follow-focus om handmatige scherpstelling meer subtiliteit te geven of eenvoudig om te bouwen naar een shoulder-rig. Een ander groot voordeel van een Cage is dat ik mijn kabels kan zekeren, zodat ze niet beschadigen of schade aanrichten als ik per ongeluk ergens tegenaan stoot.

Power

Accu’s, zeker bij systeemcamera's, zijn een lastig iets. Doordat we continu gebruik maken van live-view, ligt het batterijverbruik bij het filmen duidelijk hoger dan we gewend zijn met fotograferen. Zelf ervaar ik dat niet als een nadeel, maar het is een eigenschap waar je rekening mee moet houden. De nieuwste generatie camera’s voorzien van een USB-C poort, kunnen gevoed worden door middel van een Powerbank. Hierdoor kunnen we veel langer door filmen zonder accu’s te hoeven verwisselen. Maak je gebruik van een grotere set-up, dan kan je er aan gaan denken of je met V-Mount accu’s wilt gaan werken. V-Mount is de standaard bij Pro-video en worden ook gebruikt om bijvoorbeeld LED-Panels van stroom te voorzien.

LED there be light...

Het gebruik van verlichting is voor iedereen een andere keuze. Filmen bij bestaand licht heeft voordelen ten aanzien van de sfeer, maar niet als alles er crispy en in meer detail op moet staan. Gelukkig zijn de nieuwere generatie LED panels voorzien van een variabele kleurtemperatuur, zodat we deze af kunnen stemmen op het daglicht. Daarnaast zijn ze dimbaar zodat het nooit de overhand gaat nemen, wat er nogal onnatuurlijk uit gaat zien. Nadelen zijn dat ze een nogal vlak licht geven en op grotere afstanden eigenlijk onbruikbaar zijn.

Een nieuwe ontwikkeling waar ikzelf enorm blij mee ben, zijn wat ik noem power lED's. Deze zijn op daglicht geoptimaliseerd, waardoor ik nu wel de mogelijkheid heb om gebruik te maken van softboxen voor een meer dynamisch beeld. De lichtopbrengst van deze vorm van verlichting is vele malen hoger dan de eerder genoemde LED panels, waardoor ze ook breder inzetbaar zijn. Stel je hebt een shoot buiten. Er is een lekker fel zonnetje, maar de kans dat je onderwerp zich in de schaduw bevindt is groot. Dan is het handig even wat bij te lichten, zodat het er allemaal wat natuurlijker uit gaat zien. Uiteraard kan je ook de belichting compenseren, maar je loopt dan wel het risico dat de achtergrond overbelicht raakt, of erger totaal geen doortekening meer heeft.

Ik houd van storytelling in de zin dat als er bij het zien van een foto of beeld een gedachte of associatie ontstaat. Datzelfde kan met video. Door minder te vertellen, laat je juist meer zien. Ons brein is uitstekend in staat verbindingen te leggen tussen verschillende scènes, zonder dat alles expliciet in beeld gebracht moet worden. En ik weet, ik ben een beginneling in de wereld van bewegend beeld. Maar ik word nu al enthousiast over wat beeld kan doen en in hoeverre ik er mijn identiteit als fotograaf in terug kan laten komen!






Geplaatst in: